Ik heb een foto waarin het fotograferen van een aantal geringde ganzen me zo in beslag nam, dat ik pas toen de foto op het scherm stond zag wat ik nog meer had gefotografeerd: een pontificaal op de achtergrond aanwezige reebok met een imposant gewei die wantrouwig naar de lens tuurt.
In het dagblad Trouw stond onlangs een artikel van een neurologe. Zij legde daarin uit dat je niet kijkt met je ogen maar met je hersenen. Die componeren het beeld, daarbij gebruikmakend van de kaders die gelegd zijn in je brein. En je brein selecteert.
Als je fotografeert selecteer je een beeld met behulp van een kader. Een afgepast stukje wereld. Je oog tuurt door een ruitje, de camera krijgt opdracht een foto te maken. Maar wat zie je door die zoeker? Opnieuw selecteert je brein wat je waarneemt. De in je hersenen gelegde kaders bepalen ook hier het beeld dat je wilt fotograferen.
De foto wordt afgedrukt. Een op papier ingekaderd beeld van een door een ruitje ingekaderd beeld van een door het brein ingekaderd beeld. En wederom gaan onze hersenen aan de gang om met behulp van gelegde kaders een beeld te componeren van de afgedrukte foto.
Iedereen neemt waar met de in het brein geprogrammeerde voorkeur, afkeer, gevoel en ervaring. Iedereen vormt zijn eigen specifieke beeld: ik zie ik zie wat jij niet ziet.
Over zien gesproken: er is een fantastische tentoonstelling van de glaskunstenaar Dale Chihuly in het Gronings Museum. Gaat dat zien, en camera’s zijn welkom!
Martha
De Vlaamse schrijver Johan Anthierens heeft een bepaald geestige kijk op zien:
“Hoe ouder de foto, hoe jonger we eruit zien.” Ook hier krijgt zien een gelaagdheid die erg mooi verwoord is in het blog Zien
Geweldig Martha, ik had graag je gezicht gezien op het moment dat je die reebok op je foto ontdekte!