In de Trouw stond een ingezonden brief van iemand die zich beklaagde over het feit dat er zoveel “beeld” in de krant stond. Dat ging volgens deze lezer ten koste van de tekst.
Dat deed mij denken aan de vraag die man en ik een tijd terug kregen van de voorzitter van de Culturele Raad in Haren. Of we films en foto’s konden maken van vier gedichten die we opgestuurd zouden krijgen. De gedichten zouden dan op de foto worden geprint en als poster verkocht. Tekst en beeld moesten op die manier een eenheid vormen. De films en foto’s dienden als illustratie voor een aantal lezingen over het onderwerp “tekst en beeld”.
Die twee kunnen elkaar aanvullen. Foto’s krijgen soms een titel, verhalen krijgen een illustratie, en het juiste evenwicht daartussen versterkt beide expressievormen.
Lichtvaardig namen we de uitdaging aan, en gingen op stap. Met een hoofd vol beelden die de gedichten opriepen probeerde man de films en ik de plaatjes te maken. Het is gelukt, maar kostte toch meer moeite dan we dachten.
Maar we hebben het met enorm veel plezier gedaan.
Bij de opdracht van deze maand dacht ik aan het sonnet van Martinus Nijhoff “De moeder de vrouw” dat begint met de regel: “Ik ging naar Bommel om de brug te zien”
Wat een makkie zou dat geweest zijn. Bruggen zat. Of zou ook dat moeilijker zijn dan gedacht?
Ik kijk naar de bruggenfoto’s. Zou er eentje bij het gedicht van Nijhoff passen?
Ach, ik hoef er niet verder over nadenken. Ik ga gewoon even lekker naar “Bridge over troubled water” luisteren.
Martha