In het najaar staat Groningen in het teken van de bietencampagne.
Volgeladen vrachtauto’s en schepen vervoeren de bieten vanaf de Groninger akkers naar de Suikerfabriek. Het zoete aroma van de melasse waait over de stad en dringt soms zelfs door in de huizen. Voor mij is het de vertrouwde geur uit mijn jeugd en verbonden met de herinnering aan de grote bergen herfstbladeren in het plantsoen waar je in kon ravotten, en met de opwinding van het naderende Sint Martinusfeest en de herfstvakantie.
Het was een leuke opdracht om iets dat te maken heeft met de bietencampagne te fotograferen. De leden van de groep gingen ijverig op zoek naar de grote bergen pas gerooide bieten aan de rand van de akkers. Dat viel nog niet mee, maar de echte Groninger weet dat je de “sukkerbaitenbulten” kunt vinden op de zeeklei van het Hogeland.
We ontdekten een pas gestorte berg bieten, waarvan een gedeelte op de weg was terechtgekomen. Een jonge man was bezig de bieten op de hoop te gooien om zo de weg vrij te maken. We hielpen de man, maar dat bleek monnikenwerk. De man gaf het op en
belde zijn baas, en wij gingen foto’s maken.
Over monnikenwerk gesproken: onze praktijkdag was in het prachtige klooster van Ter Apel. Nadat de gids ons had rondgeleid gingen we aan de slag met onze camera’s!
Bieten en Monnikenwerk zijn weer te zien op de website.
Die grote ruwe suikerbieten met hun zachte witte geurende binnenkant doen me denken aan het eerste vers uit een gedicht van Jan Boer:
“Ons volk is bròkkel, stroef en kold
Net as zien haarde kloeten
Moar ’t beste is naar binnen vold
De roegste kaant zit boeten”
Martha